Over het begeleiden van organisatiebegeleiders

Organisaties begeleiden (adviseren, ontwikkelen, coachen, etc.) is een complexe aangelegenheid. Meestal is helemaal niet zo duidelijk wat je als begeleider te doen staat. Zo is de aard van het organisatievraagstuk vaak onhelder, maar heeft de opdrachtgever al wel een idee van een oplossingsrichting -die misschien helemaal niet werkt. Of er is een onuitgesproken verwachting dat jij ‘het’ wel even gaat fixen, terwijl onduidelijk is wat er allemaal in de organisatie speelt. Het altijd wat rommelige begeleiden van organisatievraagstukken vraagt veel van de persoon van de begeleider. Enige begeleiding door een buitenstaander kan helpen om de talloze dilemma’s en valkuilen die inherent zijn aan het werk het hoofd te kunnen bieden.

Onlangs publiceerden Erik de Haan en David Birch een interessant artikel waarin zij drie vormen van supervisie aan organisatieadviseurs bespreken: ‘individual consulting supervision’, ‘shadow consultancy’ en ‘peer supervision’ (de Haan & Birch, 2021). De indeling die zij hanteren spreekt me aan. Toch leg ik in mijn eigen praktijk hier en daar ook weer een iets ander accent, zoals ik hierna toelicht.

  1. Supervisie over organisatiebegeleiding: supervisie is een specifieke methode van begeleiden van leren, gericht op de deskundigheidsbevordering van de professional zelf. Een organisatiebegeleider reflecteert in supervisie systematisch op de eigen werkervaringen, bijvoorbeeld op gedoe met een opdrachtgever, op eigen opvattingen en aannames over organisatieverandering die het werk in de weg kunnen zitten, of op het gevoel wat ingezogen te raken binnen de organisatie. Supervisie kan behalve individueel (zoals de Haan en Birch stellen), ook in een diade of kleine groep plaatsvinden.
  2. Schaduwadvisering: advies geven aan een organisatiebegeleider om een concrete opdracht op een professionele wijze uit te voeren. De aandacht is bij schaduwadviseren dus minder gericht op het eigen leerproces van een organisatiebegeleider, en meer op de klus waar deze aan werkt. De term is oorspronkelijk afkomstig van Schroder, die stelt dat de schaduwadviseur ‘at the request of a colleague (or team of colleagues) and by means of a series of discussions, helps assess – and, if necessary, change – that colleague’s diagnosis, tactics, or role in a specific assignment’ (Schroder, 1974: 580). Het gaat hier dus om gevraagd advies, dat meestal ‘off the job’ plaatsvindt, maar eventueel ook ‘on the job’ kan, zoals ook Haan en Birch aangeven (waarbij het bij deze laatste vorm een uitdaging is om daadwerkelijk ‘in de schaduw’ te blijven).
  3. Collegiale ondersteuning: onderlinge ondersteuning binnen een groep van gelijken, die veel verschillende vormen kan aannemen, zoals: een werkbespreking over een bepaalde aanpak door een team van organisatiebegeleiders die gezamenlijk aan een klus werkt, bespreking van een dilemma binnen een intervisiegroep van organisatiebegeleiders die zichzelf verder willen bekwamen in het vak, of collegiaal onderzoek van een vakthema in een Community of Practice, zoals bijvoorbeeld het hanteren van parallelprocessen. De Haan en Birch noemen dit ‘peer supervision’, terwijl ik het liever over ‘collegiale ondersteuning’ heb: het is immers aan de groep zelf om met elkaar uit te zoeken wat voor soort hulp passend is (supervisie, coaching, advies of nog iets anders, zoals een presentatie van een expert). Om collegiale ondersteuning productief te laten verlopen, kan wel enige (tijdelijke) begeleiding door iemand van buiten aan te raden zijn, zoals De Haan en Birch ook stellen.

Het begeleiden van adviseurs, OD-consultants, organisatiecoaches en andere facilitators van organisaties vind ik zelf een hele leuke, maar ook wel een behoorlijk complexe aangelegenheid. Bovenstaande indeling in supervisie, (schaduw)advies en collegiale ondersteuning helpt me om in die complexiteit enige helderheid te verschaffen. Ook dan blijft het nog steeds ter plekke samen met hen uitzoeken wat mij als hun begeleider te doen staat.

Meer lezen:

De Haan, E. & Birch, D. (2021). Supervision for Organization Consultants and the Organizations They Work With. Consulting Psychology Journal, 73(3), 214–228.

Schroder, M., (1974). The Shadow Consultant. The Journal of Applied Behavioural Science, 10(4), 579-594.

Comment

There is no comment on this post. Be the first one.

Leave a comment